Signatuurleer, wanneer zou jij deze wortels nuttigen?

Aan het einde van de middeleeuwen werd de signatuurleer veel toegepast door wetenschappers en artsen. Deze leer hield in dat de uiterlijke kenmerken van de vrucht, groente, plant, etc. aangaven waar in het lichaam het zich nuttig zou dienen. Wat voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld walnoot/hersenen, komkommerkruid (bloem hangt naar beneden)/depressie, duizendblad (fijn vertakt blad)/vertakte bloedvaten, haarvaten en longblaasjes, Alant (gele kleur)/maag en spijsvertering (geel maagsap) en zo meer. De wetenschapper of arts keek naar de uiterlijke kenmerken, hanteerden deze kenmerken als aanwijzing en ging dan experimenteren of deze aanwijzing juist was.

Ondanks dat onze huidig wetenschap het als bijgeloof wegschrijft blijkt het toch vaak te kloppen. Deze gegevens worden nog steeds gebruikt in de huidige farmaceutische wetenschap.